Voor de eerste les voor het vak ‘Design’ werken we aan typografie.

Onze eerste opdracht ging vooral om het leren zien en herkennen van typografie in het dagelijks leven. Hiervoor werden we op pad gestuurd om minimaal 30 foto’s te maken van zoveel mogelijk verschillende soorten typografie. Dit kon echt alles zijn, zolang het maar letters en/of cijfers waren.
Uit die foto’s moesten we er 10 uitkiezen die ons het meest aanspraken, en deze uitprinten op het liefst fotopapier.

Op mijn eerste dag op school en onderweg naar huis verzamelde ik de volgende foto’s:

Wat me vooral opviel was dat er bepaalde soorten lettertypes en kleurencombinaties vaak terugkomen is informatieve typografie, bijvoorbeeld verkeersborden, straatnamen, nummerplaten, etcetera.
Verkeersborden en straatnaambordjes en sommige nummerplaten hebben allebei hetzelfde blauw met witte letters. Deze letters lijken ook ontzettend op elkaar, het zou me niet verbazen als het precies dezelfde letters zijn. En andere dingen zijn weer oranje met zwarte letters, met weer dit simpele, goed leesbare lettertype. Hier viel vrij weinig variate in te vinden.

Voor de meer ‘interessante’ types moest ik zoeken naar namen van bedrijven of merken. Deze moeten natuurlijk opvallen en een bepaalde ‘vibe’ uitstralen om de aandacht te trekken en de consument een bepaald idee te geven van wat het product of het bedrijf inhoudt. Ik vond het wel leuk om te analyseren of die ‘vibe’ klopt met het idee dat ze willen uitstralen (althans, wat ik denk dat ze willen uitstralen).
De zwierige ‘kapsalon’ doet me denken aan schoonheid, en verwijst zelfs misschien naar zwierende lokken haar. En de typografie van de nationale opera doet heel klassiek aan, met de rechte horizontale lijnen die door de letters gaan. ‘Freaks Amsterdam’ ziet er heel freaky uit door de letters die in heel onverwachte hoeken buigen, die je normaal niet zou verwachten van letters (zoals een ‘freak’ afwijkt van hoe je een mens zou verwachten).

De tweede dag ging ik nog een keer zoeken naar meer, aangezien ik de eerste keer nog niet genoeg foto’s had verzameld. Dit keer hield ik het iets dichter bij en soms in huis. Ja, de eco merken zijn sterk aanwezig in dit huis. En grappig om te zien hoe er bij alle merken in de typografie duidelijk een ‘eco vibe’ wordt geprobeerd te creëren, met over het algemeen veel groen, aardetinten en zwierende vormen.

Ja, mijn design docent had gelijk. Typografie is écht overal. Zelfs op putdeksels en in graffiti.

Daarna werd het tijd om mijn 10 favorieten uit te kiezen. Hierin moest ook genoeg variatie zitten. Ik heb geprobeerd meteen zoveel mogelijk van de achtergrond weg te krijgen.

Nou moet ik eerlijk toegeven dat printen één van de dingen in mijn leven is die ik altijd probeer te vermijden.
Printers voelen voor mij als alien communication devices waarvan de taal op de knopjes in letters is geschreven die niet voor het blote oog zichtbaar zijn. En die moet ik dan al stuntelend ontcijferen terwijl er allemaal aliens vermomd als mensen om me heen staan en me uitlachen in het aliens.
En welk papier dan? En hoe groot? En welke dikte? Welke kleur? En willen we dan lelijke goedkope kleure of moeten we dieper in onze portemonnee graven voor de échte kleuren? Glossy of niet glossy? Volgens mij zuigen ze nog stiekem hersenen uit ook.
Daarom raakte ik lichtelijk in paniek toen ik hoorde dat ik deze blokjes tekst… jawel.. moest uitprinten. Maar goed, als een paar knopjes een mens zouden tegenhouden om hun dromen te volgen…
Ik moest me hier dus toch overheen zetten.

Gelukkig kwam ik via een oude bekende in een hoger jaar bij Brian terecht, het manusje van alles van de school.
Die kon me helpen het op school in fotopapier te printen.