Voor totale beeldarchief zie onderkant pagina.

Reflectie

– Ik heb eigenlijk aan alle delen wel fijn gewerkt, maar ik heb het meest genoten van de eerste grote opdracht, het werk van 1x2m.
Dit omdat ik heel vrij heb gewerkt, en mezelf durfde te verrassen. Ik had geen vaststaand plan voor dit schilderij, en ik liet het ontstaan. Dat vond ik een heel rustgevende manier van werken. Ook vond ik het uitdagend om één groot schilderij te maken die bestaat uit allemaal kleine schilderijtjes. Dat heb ik nooit eerder gedaan op die manier.

– Het interessantste wat ik heb ontdekt, was de modelleerpasta. Ik wist hier niet vanaf, en het heeft me echt nieuw inzicht gegeven in het gebruik van acrylverf. Ik wilde al jaren dat klodderige effect bereiken, maar het lukte me nooit.
(Hoewel ik het ook heel leuk vond om zelf raar materiaal door mijn verf te mengen om hetzelfde effect te krijgen.)

– Ik vind een open begin heel prettig. Ik hou ervan om mijn eigen opdrachten en eigen regels te maken. Er zijn altijd wel dingen in het leven die me ergens voor inspireren, denk ik.
Maar soms kan het me helpen om enigszins een kader te hebben om gerichtere ideeën te krijgen, en ze ook echt uit te werken.

– Wat ik lastig vond aan afgelopen blok waren twee dingen:
Als eerste, mijn eigen persoonlijkheid, eigen initiatief en eigen behoeftes te combineren met de kaders van de opdracht en beoordelingscriteria. Soms merkte ik dat ik gewoon gek wilde doen en wilde experimenteren zonder ervoor beoordeeld te worden. Of ik merkte dat ik mezelf moest inperken, of juist meer moest uitsloven, om binnen het kader van de verwachtingen te blijven. Ik merkte dat ik slechter met kritiek kan omgaan dan vroeger, omdat ik te koppig en onverschillig ben geworden.
Als tweede vond ik het heel lastig om mezelf actief te blijven uitdagen. Ik was al een paar jaar met 2D bezig voordat ik aan deze opleiding begon, en ik ben bang dat ik daardoor lui ben geworden en niet genoeg nieuwe dingen probeer. Daarom heb ik ook geprobeerd om bijvoorbeeld materiaal door mijn verf te mengen, of om mijn schilderij op te delen in meerdere kleine stukjes, etc. Ik vind het lastig om te bedenken waar ik me nu echt op wil focussen om me te ontwikkelen.

– Hetgeen ik het meest naar mijn eigen invulling heb gedaan, voor mijn gevoel, is al het werk dat gebaseerd is op mijn verhaaltje. Dit onderwerp ligt zo dichtbij mezelf, dat daardoor direct al het werk dat eruit voortvloeit eigenlijk ook dicht bij mezelf ligt. Ik kan hierin ook wel mijn eigen stijl het sterkst terugzien. 

– Mijn advies aan klasgenoten is: verlies niet het plezier door de druk van een beoordeling of een cijfer. Creativiteit is een proces dat alleen van jou is, en hoewel anderen je wel kunnen begeleiden en technisch advies kunnen geven, kan niemand jou vertellen wat je wel en niet moet maken. Kijk naar de dingen om je heen, of binnen in jezelf, die je bezighouden en fascineren. Vertaal dit naar inspiratie. Op die manier kun je het langer volhouden omdat je dan echt met passie werkt.

– Als ik kijk naar de thema’s in mijn werk, valt me op dat er vaak filosofische vraagstukken in voorkomen, die soms gelinkt zijn aan moraal. Bijvoorbeeld het besef dat we allemaal ooit dood zullen gaan, dit komt terug in mijn verhaaltje, maar ook in de uitwerkingen van de collages. Ook gaat het vaak over een innerlijke belevingswereld, heftige emoties en taboes.

27-11-2020

Mijn sinterklaaskaart. Aquarel.
Want wat is het leven zonder knappe mannen met six-packs op paarden, toch? Dat dacht ik wel.

24-11-2020

De laatste les om aan het eindwerk te werken.

Dankzij de bespreking met Stella en Aleyna, en tips van Roderick was ik tot de conclusie gekomen dat ik modelleerpasta en paletmesjes nodig had. Daardoor is het uiteindelijk toch nog goed gekomen met de klodderigheid van mijn kunstwerk.
Ik heb hier als nog wel wat papier in verwerkt, maar gelukkig hoefde ik niet alleen daarop te bouwen.

20-11-2020

De overkoepelende tekening van mijn verhaal. Gemaakt met photoshop.
Het idee erachter is een soort evolutie van een kind naar een volwassene, en alle dingen die hij daarmee leert: klokkijken, rekenen, zijn leven inplannen, voor zichzelf zorgen etc… Maar dat iedereen uiteindelijk toch de dood tegemoetkomt.

“De toekomst beangstigt mij…”
Gemaakt met Oost-Indische inkt, en de restjes van een pakje kauwgom.
Omdat Marije had gezegd “desnoods plak je twee A4’tjes aan elkaar”, heb ik twee vellen aan elkaar geplakt. Hier was de scheiding duidelijk tussen te zien, dus heb ik besloten om dit juist te gebruiken in mijn kunstwerk. Deze vrouw is een soort poortwachter tussen twee werelden, het verleden en de toekomst. Om haar heen is chaos, het beangstigende effect.

17-11-2020

Deze les begon ik aan mijn eindwerk voor deze opdracht. Thuis had ik al een schets en twee materiaalstudies gemaakt.

In deze twee materiaalstudies heb ik geprobeerd structuur in de verf aan te brengen. In de linker heb ik polyether schuimrubber verwerkt, wat kleine korreltjes maakte. In de rechter nog wat opgeloste klei. Dit had ik allebei nog over van mijn vorige les 3D, en het leek me interessant om dat erin te verwerken. Het polyether schuimrubber gaf niet genoeg effect, en de klei loste gewoon op en er was geen verschil in te zien.
Toen heb ik nog stukjes wc-papier in stukjes gescheurd en door mijn verf gemengd. Dit gaf een iets beter effect.

De schets, met de verdeling van de vlakjes.

Toen ik aan mijn eindwerk begon viel het me tegen dat de stukjes papier en schuimrubber heel klein leken. Ik had er geen rekening mee gehouden dat het eindwerk veel groter was en dat het effect daardoor weg zou zijn. In een poging om het nog klodder te maken, heb ik veel verf gebruikt en het hier en daar een beetje op het papier gespat.

13-11-2020

De hoofdpersoon uit mijn verhaal, de hoofdpersoon uit het boek, en die twee gecombineerd.

“Ik ben wel gelovig, tenminste op een bepaalde manier. Soms ga ik naar de kerk hier dichtbij, dan wil ik daar een kaars branden, maar meestal benauwt me dat gebouw van grauwe steen.
Ik ben laatst naar een priester gegaan. Die was heel anders dan ik dacht. Niet dat ik dacht dat ik verliefd op hem zou gaan worden, maar toch had ik een bepaald beeld.
Maar het was een oude man met overal om hem heen portretten van zijn moeder en zusters, en met zo’n lucht van motteballen aan zich. Ik stonk zelf nog naar de motteballen toen ik er vandaan kwam. Daar ben ik niet meer teruggeweest.

Vandaag heb ik gezwommen in het Miranda-bad. Dat is nieuw en het heeft een koepel van glas, daardoor zien al die blote lijven er zo raar grauw uit. Het heeft kunstmatige golfslag. Dan begint er een sirene te loeien en gaat dat plasje water opeens als een wilde tekeer en al die mensen beginnen te joelen en te springen. Ik zwem twintig baatnjes. Ik jakker mijn lichaam af, ik denk: ik moet mooi blijven voor Frank. Voor als hij bij me terugkomt. Ik ben twee vrouwen, een dikke en een dunne. Ik moet de dikke eronder zien te houden en de dunne moet ik vorm geven door te zwemmen.
Soms zie ik die mensen in het zwembad, die met elkaar lachen en elkaar een duwtje geen en dan ga ik het water in om niet alleen op de kant te hoeven zitten.”

Het tafereel van pagina 25 uit het boek.

Alle S’en en E’s op pagina 11 van het boek. De e’s deden me denken aan vallende sneeuwvlokjes, en zodoende is het ontstaan.

10-11-2020

In deze les moesten we met ons schrijfsel aan de slag.

In deze tekening heb ik alleen de achtergrond gemaakt, de plek waarin mijn ‘verhaal’ zich afspeelde. Een klaslokaal. Door het rouleren hebben verschillende mensen de mensen, de actie en de tekst erbij toegevoegd. Ik vond dit echt een hele leuke opdracht, omdat je samen een heel ander kunstwerk maakt dan dat je in je eentje zou kunnen bedenken.

Hier moesten we in één tekening verschillende scènes verwerken, zodat een buitenstaander in één opslag zou moeten kunnen zien waar het hele verhaal over gaat.

Vervolgens moesten we inzoomen op één deel van het geheel, en dit vergroot uitbeelden op een nieuw vel. We mochten hier kleine ingrepen in doen als we dat beter vonden voor het beeld.
Ik heb ingezoomd op de oude vrouw met het kruis en de klok erbij, en het uitgelopen brein aan de zijkant. Deze scène was voor mij eigenlijk de kern van het verhaal, mijn angst voor het voorbijgaan van de tijd en de dood. De vrouw lijkt onbewust bewust op mezelf, als een soort oudere versie van mij.
Ik heb geprobeerd om dit iets meer actief in de ‘ruimte’ te plaatsen, namelijk het klaslokaal, waar deze hersenspinsels zich afspelen.

Daarna moesten we op een nieuw vel uitbreiden wat er al stond. Dit hoefde in principe niks met het verhaal te maken te hebben, maar mocht wel aansluiten.
Ik heb het lichaam van de oude vrouw doorgetrokken naar beneden en een soort monstertje uit haar ribbenkast laten kruipen. Dit monstertje kan bijvoorbeeld symbool staan voor nieuw leven na de dood, of voor een bepaald deel van zichzelf dat er eindelijk uit komt.

Ingezoomde versie

Als laatste moesten we van dat laatste beeld weer het ‘belangrijkste’ deel uitkiezen en dat uitvergroten. Ik wilde een groot, bang oog en ook een hand waardoor het nog duidelijk is dat hij ergens uit probeert te kruipen. Ik heb hier geprobeerd zijn vingers extra knokig te maken, zijn oog extra groot en extra rood (voor zover je dat kan zien met houtskool), en de ribben extra ribbig. Eigenlijk heb ik alle lugubere aspecten uitvergroot in deze tekening. Dit is dan ook zeker mijn favoriete tekening uit de reeks, en wordt waarschijnlijk de basis voor mijn eindwerk.

De tekst ‘sorry meneer, ik kan niet klokkijken’ is de laatste zin uit mijn verhaaltje. Dit is eigenlijk de zin die al mijn hersenspinsels met elkaar verbindt, aangezien het begon met niet kunnen klokkijken en eindigde met iets heel anders, namelijk hele uitweidingen over leven en dood en wat een mens echt gelukkig maakt.
Ook vond ik het verontschuldigende karakter van de zin wel passen bij het personage in de tekening.

6-11-2020

De schrijfopdracht waarin we een alledaagse simpele handeling moesten beschrijven die normaal maar iets van een seconde duurt. Dit kon door de handeling heel langdradig en uitgebreid te beschrijven, maar ook door bijvoorbeeld in te gaan op associaties, of er een heel verhaal aan vast te breien.

30-10-2020

Het werk waarin we moesten uitbeelden hoe we afgelopen semester hebben ervaren.

Ik wilde in eerste instantie iets heel explosiefs en kleurrijks maken. Dit omdat ik het afgelopen semester als heel turbulent heb ervaren. Deels vanwege het volle rooster, deels vanwege persoonlijke omstandigheden.
Zowel de figuur als de kleuren beelden uit door welke gekke explosie van emoties ik heen ben gegaan. Ik heb hierbij bewust gekozen om hele felle en hele rustige kleuren te combineren. Ook zijn de grauwe, dode takjes symbool voor de ellendige kant, terwijl daarnaast ook weer bloemetjes groeien. Als een soort symbool voor de vruchtbaarheid van ellende, dat er soms ook hele mooie dingen uit kunnen komen. Dat extreem negatieve en extreem positieve emoties heel dicht tegen elkaar aan liggen.
Ik heb ook ontzettend veel geleerd over mezelf en over het leven, en deze ontwikkeling kon ik duidelijk terugzien in de manier waarop ik mijn kunstwerken benaderde. Zo voelde ik wanneer het beter ging heel sterk de behoefte om alle regels los te laten en maar gewoon te zien wat er uit kwam. Dit resulteerde in een veel explosievere stijl dan ik van mijn oude zelf gewend ben.

Uiteindelijk heb ik gekozen om conté krijt en aquarelverf te combineren. Ook heb ik geëxperimenteerd met het toevoegen van water aan conté krijt. Eerst water en dan krijt geeft weer een heel ander effect dan als je eerst krijt toevoegt en dan pas water. Wat ik heel gaaf vond aan deze combinatie was dat het qua kleurigheid heel erg op elkaar lijkt, maar van dichtbij een heel andere structuur heeft.

23-10-2020

Geïnspireerd door een werk uit een andere opdracht van de vrijdag

Deze is geïnspireerd door mijn i’s en j’s monster. Ik heb hem eerst in blauw en rood geschilderd, en terwijl de verf nog nat was het papier opgerold. Op de achterkant kwamen vlekken van de verf. Die vlekken heb ik als richtlijn gebruikt om de achterkant te schilderen.

Op de achterkant staan de drie ‘voorwerpen’ die ik had gekozen in het Sarphatipark.

Vervolgens heb ik de voorkant nog een beetje uitgewerkt, met wat meer verschillende kleuren.

20-10-2020

Ik ben tijdens meerdere sessies vergeten foto’s te maken van mijn proces, wat ik achteraf heel vervelend vind.

Ik kan wel proberen mijn proces zoveel mogelijk te beschrijven.

  • Het idee was om een verhaal te vertellen via losse vellen, die samen toch één geheel vormen. Ik wilde het zo schilderen dat elk vel op zichzelf kan staan, maar ook in een grotere context overloopt in de rest van de vellen. Later wilde ik deze vellen gaan husselen om te kijken wat voor andere mogelijkheden er zijn, qua volgorde en plaatsing.
  • In eerste instantie heb ik gekeken naar kleuren en elementen in mijn beeldarchief die me aanspraken. Zo begon ik met de kooi met de vogel erin, het elegante vrouwengezicht met een parelketting en de vaas met bloemen.
  • Vervolgens ging ik op zoek naar associaties die deze dingen bij me opriepen. Ik dacht aan romantiek, maar door de kooi aan een slechte relatie. Vervolgens ging ik hier steeds elementen aan toevoegen en aan elkaar breien. Zo is uiteindelijk dit verhaal tot leven gekomen.
  • De vrouw, een soort bloeddorstig monster, verleidt de man in het bos. Hij wordt verliefd op haar, en begint haar langzaam te veroveren (de bos bloemen). Zij is geslaagd in haar missie en houdt hem gevangen, zonder dat hij het door heeft (de kooi). Nadat ze hem in haar macht heeft, slaat ze haar tentakels om hem heen en probeert ze hem leeg te zuigen. De man verdedigt zich, weet te ontsnappen en wil wraak. Hij vergiftigt haar uiteindelijk, en ze overlijdt.
    Een soort door Griekse-mythologie geïnspireerd verhaal dat letterlijk of symbolisch opgevat kan worden.

Later ben ik gaan kijken hoe de vellen eruitzien als ik ze op een andere manier rangschik. Ziet het er beeldend nog goed uit? Wat voor verhaal vertelt het nu? Hetzelfde of juist iets heel anders?

De eerste is willekeurig neergelegd, maar wel enigszins bewust kijkend naar de verdeling van kleuren en plaatsing van beelden.

De tweede is op chronologische volgorde van het verhaal neergelegd.

De derde gerangschikt op achtergrondkleur: van lichtgroen naar donkergroen, van donkergroen naar bruin, van bruin naar lichtrood, naar donkerrood.

Zo kan dit schilderij op heel veel verschillende manieren neergelegd worden. Het hoeft niet eens in deze vorm te zijn. Het zou ook een lange strook kunnen zijn. Het zouden drie van de vellen kunnen zijn. Of in de vorm van een cirkel.

9-10-2020

Tekening met Oost-Indische-Inkt-Geïnspireerde-Waterverf

Van meer water naar minder water

Vierkant, cirkel, driehoek, en nog twee beelden eromheen.

Twee beelden op zoveel mogelijk manieren proberen te combineren

Een zoveel bij zoveel millimeter vlakje uit een andere tekening, maar dan uitvergroot

2-10-2020

Geïnspireerd door een stuk uit beeldarchief met contékrijt

25-9-2020

De tekening van de I’s en J’s in mijn tekst

Het woord ‘kooi’ getekend als een kooi

Hier had ik de opdracht verkeerd begrepen en per ongeluk maar één letter uit mijn tekst gebruikt, de L.

Uiteindelijk heb ik de V en de A gekozen en de opdracht opnieuw gedaan. Deze ging niet zo lekker.

22-9-2020

De collage (later ingehaald)

Het schilderij

18-9-2020

De drie woorden:
Majestueus
Oud
Perfect

De drie woorden:
Rustig
Herkenbaar
Menselijk

De woorden:
Treurig
Statig
Ingewikkeld

Het kunstwerk voor de woorden treurig, statig en ingewikkeld

Het kunstwerk voor de woorden majestueus, oud en perfect

Het kunstwerk voor de woorden rustig, menselijk en herkenbaar

15-9-2020

Mood board van mijn eerste beeldarchief.

Omdat ik ziek was deze les heb ik mijn afbeeldingen niet uitgeprint maar digitaal samengevoegd zodat ik ze goed naast elkaar kan zien.

Ik merk dat ik me erg aangetrokken voel tot de volgende dingen:
– De ‘vintage’ esthetica, interieurs en kleding uit andere periodes
– Drama
– Surrealisme
– Een dromerige, mystieke sfeer. Soms ook een beetje richting duister, maar wel subtiel duister.
– Overdreven kleurgebruik
– Overdreven licht-schaduwcontrast

– Toen ik wat meer verschillende beelden ging uitzoeken (die hier nog niet bij zitten), merkte dat ik me ook wel aangetrokken voelde tot beelden die een bepaalde decadentie uitstralen. Erg dure, chique interieurs, kleding en sieraden, etc.
– De bijna onrealistische perfectie die alleen mogelijk is in een momentopname. (Of met meer geld dan een mens eigenlijk nodig heeft…)
– Ook zag ik veel natuur.

Vanwege alle drama en mystiek leek het me interessant om iets verhalends te maken.
Daarom heb ik besloten om de 2 vierkante meter te verdelen over een boekje met verschillende illustraties. Of het een van-begin-tot-eind verhaal wordt, weet ik nog niet. Dit ga ik onderzoeken tijdens het schetsen.

11-9-2020

De collages en de schilderijen van de collages

Tijdens de eerste collage liet ik me leiden door mijn gevoel. Eigenlijk deden mijn handen alles vanzelf. Ik heb wel nagedacht over de compositie, maar niet te lang. Ik wilde graag experimenteren met alle mogelijkheden van papier, in meer dan alleen plaatsing, maar ook in vorm, ruimte, textuur, etc.

Tijdens de tweede collage heb ik iets meer gecontroleerd gewerkt, met een duidelijk doel voor ogen. Voor deze opdracht heb ik de vorm van het papier gevolgd om het object na te bootsen. Ik vond het interessant om te zien wat voor lijnen er zouden ontstaan als ik ze op die manier willekeurig zou plaatsen.

Tijdens het maken van deze collage had ik duidelijk van tevoren een beeld en gevoel voor ogen, wat ik heb geprobeerd na te maken met de objecten. Ik wist dat ik de surrealistische kant op wilde gaan, en heb daarbij bepaalde afbeeldingen uitgekozen.
Ik voelde me sterk aangetrokken door het formaat van de met mijn mond getekende weegschaal. Hij was zo veel groter afgebeeld dan de andere objecten, dat het automatisch al vrij surrealistisch werd als ik ze samen neerzette.
Ik heb ervoor gekozen om beide hoofden bovenop de weegschaal neer te zetten. Ze vallen er beiden van af, als of er iets mis gaat tijdens het wegen van de personen. Dit roept bij mij veel vraagtekens op. Ook vond ik de hoofden fascinerend in contrast tot elkaar: de een is heel hoekig getekend, en de andere pointillistisch. Alsof er een soort verwijzing is naar de stoffelijke mens en de niet-stoffelijke mens.
Het been met het harnas ‘schopt’ het tafereel omver vanuit rechtsonder, waardoor het lijkt alsof alles daardoor in beweging is gekomen.

Bij de geschilderde uitwerking van de collage heb ik de miniatuur versie van de weegschaal met het skelet weggehaald. Ik wilde niet dat dit afleidde van de centrale weegschaal. Daarom heb ik de ribbenkast om de grote weegschaal heen geschilderd.
Ook heb ik de twee hoofden ‘in elkaar’ geschilderd, om duidelijker de verwijzing naar het stoffelijke en niet-stoffelijke te maken.
Achteraf gezien doet het tafereel me denken aan het ‘wegen van de ziel’ wat in oudere schilderijen werd afgebeeld (zoals de vrouw met weegschaal van Vermeer). Een soort test of de mens goed is geweest en wel of niet mag overgaan naar de hemel. Dit wordt nog sterker omdat er onderaan een soort vlammen zijn ontstaan. Alsof dat de hel is, in contrast met de blauwe hemel bovenaan.

Bij dit schilderij heb ik dezelfde energie gevolgd als bij de eerste collage. Het is de verf versie van wat ik eerder met papier heb gedaan.
Ik wilde mezelf uitdagen om een abstract expressionistisch schilderij te maken, met enigszins Jackson Pollock vibes. Ik heb hier en daar de verf direct op het doek geknepen, het laten uitlopen met water en een paar keer klodders tegen het papier gespat. Ook heb ik geprobeerd met mijn hele lichaam te schilderen, de beweging niet alleen vanuit mijn pols of arm maar vanuit mijn hele bovenlijf te laten komen.
Met emotie, in de hoop dat dat terug te zien zou zijn in het schilderij.

Wat ik merk is dat ik bij abstracte kunst lastiger kan inschatten of het ‘goed gelukt’ is, vooral voor mezelf.
Bij een figuratief kunstwerk kan ik zeggen: het is goed gelukt, want het lijkt. (Of het is niet gelukt omdat het niet lijkt…) Maar hierbij weet ik niet waaraan ik het ‘gelukt’ moet toetsen, en dat geeft me een heel onrustig gevoel.

Het totale beeldarchief
(waarschuwing: het is veel, en het wordt nog meer. Joechei.)