Nieuwe foto’s glimlachmachine

Nieuwe foto’s spel

Recycling, upcycling, cradle to cradle

Het is bij veel van ons bekend dat we minder moeten gaan verbruiken en meer moeten hergebruiken. Veel materialen worden niet goed afgebroken door de natuur. Ze moeten dan op een milieubelastende manier verbrand worden, of komen simpelweg in de natuur terecht om daar eindeloos te blijven liggen en alle dieren het leven zuur te maken. Gelukkig is er een goede tegenreactie ontstaan die hier extra aandacht aan besteedt.

Als kunstenaar gebruik je veel materiaal. Veel van dat materiaal is niet milieuvriendelijk, en veel wordt gewoon weggegooid omdat ‘het maar een experiment/schets/proefje/oefening is’. Eigenlijk dragen wij ook ontzettend bij aan milieuvervuiling als we het op die manier aanpakken. Daarom vind ik het goed dat er aandacht werd besteed aan hergebruik van al bestaand materiaal in onze opdrachten. In mijn laatste twee opdrachten heb ik dan ook geprobeerd om zo veel mogelijk gebruik te maken van materialen die al niet meer bruikbaar waren en normaal gesproken weggegooid zouden worden, zoals oud karton, oud hout van een omgevallen boom, wegroestend tuinmateriaal, ringbanden van oude schriftjes en schoenveters van schoenen die ik niet meer draag.
(Ook deels omdat het gunstig is voor iemand met een studentenbudget…)

Het begrip recycling was voor mij al bekend, maar ik had nog nooit van ‘upcycling’ en ‘cradle to cradle’ gehoord.
Wat wij doen in onze opdracht kan zeker gezien worden als upcycling, omdat we bestaande objecten omvormen tot een ‘hoger’ of ‘beter’ product (hoewel dat natuurlijk een subjectief begrip is). Ze krijgen op die manier een nieuw leven.

5-5-2020

Om dit project af te ronden heb ik geprobeerd een ‘3D smiley’ toe te voegen als accessoire voor de glimlachmachine. Ik wilde het thema van ‘geel met zwart’ van de smiley doorvoeren in de kleuren van de glimlachmachine zelf.
Ik weet echter achteraf niet of dit beeldend een goede keus was. Maar wilde het toch proberen, om het bij elkaar te laten passen.
Ik moet nog even kijken hoe en waar ik de smiley ga bevestigen.

15-4-2020

De nieuwste versie van de glimlachmachine.
Op verzoek van Karen nog een beschrijving van mijn materiaalonderzoeksproces.

In eerste instantie wilde ik het werk van piepschuim maken, omdat het erg licht is en makkelijk te vormen. (Althans dat dacht ik. Ik heb er nog nooit mee gewerkt.)
Als advies kreeg ik om dat NIET te doen, aangezien het breekbaar is en veel rommel geeft. Ik heb nog overwogen om karton te gebruiken, maar aangezien ik dat al had gebruikt voor mijn vorige opdracht (en dat verdomd veel werk bleek te zijn), besloot ik om iets anders te gebruiken.

Dat ‘iets anders’ is uiteindelijk hout geworden. In onze tuin is een tijdje geleden een boom omgevallen en we weten niet zo goed waar we hem moeten laten. Maar dus hout genoeg! En het past ook heel goed in het thema van ‘upcycling’: die boom zou anders waarschijnlijk vermorzeld worden. Of langzaam wegrotten.
Ik heb een paar takken afgezaagd en afgebroken en geprobeerd zoveel mogelijk zij-takjes weg te halen.
Dankzij de hulp van mijn moeder (credits!) kwam ik op het idee om een oude plantenpot en een plantenhanger te combineren tot een soort hoofddeksel. Ze zitten aan elkaar met veiligheidsspelden.
Dit heb ik allemaal samengebonden met kleine takken en heel veel zwarte duct tape.
Later heb ik nog twee takjes gebruikt als ‘handvatten’, die ik verbonden heb met schoenveters van oude schoenen. Upcycling!

De nieuwe toevoeging van deze week is vooral nog meer tape. Ik heb geprobeerd het beeldend meer één geheel te maken, door niet alleen tape te gebruiken op de verbindingsstukken. Dit was op advies van Karen.

Een ander advies van Karen was om nog iets toe te voegen om het beeld van het kunstwerk zelf nog wat interessanter te maken.
Mijn idee is om een (paar) smiley(s) van karton uit te knippen en ze ergens aan te bevestigen. Misschien aan een riem of hangend voor de ogen.
Misschien de schoenveters nog geel verven om ze in het kleurenschema van de smileys te laten passen (geel en zwart).

De onderzoeksvraag over de glimlachmachine
De tekst versie

De film-versie: de tekst voorgelezen, maar met een twist. Kan deze versie aanraden boven de andere.

8-4-2020

Het spel
Constructie gemaakt van karton, tape, satéprikkers en de ringband uit een oud schrift. De poppetjes zijn gemaakt van een soort piepschuim balletjes die bij een levering zaten, met als armen oude luciferhoutjes, omwikkeld in tape en beschilderd. De tokens geknipt uit karton en beschilderd.

De spelers verschuiven hun poppetje afhankelijk van of zij een goede of slechte daad hebben verricht één wit of zwart streepje in de richting van de ‘goals’. Als het een slechte actie was naar het zwarte goal, en vice versa.
De spelers spelen om bij het witte goal te raken. Ze verzamelen daarbij ook de witte tokens, maar kunnen ook per ongeluk zwarte tokens opdoen.

De body extension

De eerste versie was zonder touwtjes/stokjes. De tweede met.

1-4-2020

De eerste ideeën voor een constructie. Een body extension die mensen moet laten glimlachen.

25-3-2020 – 31-3-2020

De uitwerkingsstappen van het spel

Ik heb uiteindelijk gekozen om de poppetjes op te hangen aan de bovenkant van het spel, zodat ze verschoven kunnen worden vanaf boven. Hieraan hangen dan ook de ’tokens’ en de metertjes van hun score.

Ik had een paar constructiefoutjes die ik heb moeten oplossen met meer tape en een stel satéprikkers.

18-3-2020

De digitaal ingekleurde alsof-glazuur

Schetsen voor het 3D spel:
Omdat ik een zwarte en een witte mal had gemaakt, deed het me heel erg denken aan een spel waarin ‘goed versus kwaad’ belangrijk is. Alsof mensen beloond worden om goede of slechte daden. Dit deed me heel erg denken aan het ‘puntensysteem’ dat in China is/wordt ingevoerd. Ik heb me hier verder ook door laten inspireren in de schetsen.

11-3-2020

Op deze dag was mijn malletje uitgehard en kon ik hem ingieten.
Hier een paar foto’s van de objecten die ik heb samengevoegd om mijn mal te maken. Een Ravenclaw badge die ik ooit op straat had gevonden, maar waarvan de pin helaas was afgebroken, en een ketting die ik ooit van een vriendin had gekregen, die uit elkaar gevallen was. Ik heb geprobeerd om het één sieraad te laten worden door ze aan elkaar te lijmen in de mal.
Omdat mijn objecten vrij plat waren, hoefde het malletje niet heel groot te zijn. Ik heb voor mijn uiteindelijke gietsels alleen poly-pur gebruikt, in zwart en wit. Dit materiaal sprak me aan omdat het steviger en meer ‘plastic achtig’ leek dan het andere.
Op de middelbare school heb ik scheikunde nooit als vak gehad, en dit was mijn eerste ervaring met vreemde chemische reacties. Heel vreemd hoe twee materialen die bij elkaar komen opeens kunnen verhitten zonder vuur of iets dergelijks!
En een fantastisch gevoel om bijna je eigen plastic speelgoed te kunnen maken. Mijn innerlijke kind zal erg blij zijn.

Wachtend tot het uithardt…
Hier zaten af en toe helaas nog wat luchtbellen in de mal, waardoor er delen van het materiaal ontbreken.

Deze dag was ook de dag van de glazuurproefjes. Met maskers op en handschoentjes aan liepen we als gekken rond om de juiste poedertjes te mengen. Omdat glazuur van kleur verandert wanneer het de oven in gaat, moesten we bijhouden welke stoffen we hadden gecombineerd en hoe we het hadden aangebracht op onze proefjes.
Ik heb geprobeerd te bedenken welke kleuren ik in mijn uiteindelijke kleiwerk zou willen gebruiken (op de gok, want de kleuren zien er voor het bakken nog totaal anders uit). Hierbij heb ik gespeeld met meerdere kleurencombinaties. Van dezelfde basiskleur met verschillende kleuren gecombineerd, maar ook met verschillende basiskleuren.

4-3-2020

De opdracht waarin we al onze kleiwerkjes van de vorige keer samen moesten voegen tot één kleiwerk. Mijn beeldje werd een soort poppen-autootjesgedrocht. Door het uithollen van de objecten bleef er uiteindelijk ontzettend veel klei over.
Hopelijk blijven de onderlinge onderdelen goed genoeg aan elkaar vast zitten als ze in de oven gaan.

4-3-2020 Huiswerk

Finding comfort in confined spaces – Hindsgavl is een serie porseleinen scenes die binnen een kader zijn geplaatst. Ze beelden ieder hun eigen ding uit, maar worden samengevoegd wel een duidelijk geheel. In iedere scene gebeurt er iets vreemds, waarin vaak mensen en/of dierfiguren worden vervormd. Hierbij is altijd een element van beweging en transformatie aanwezig. Het lijkt een verhaal te vertellen, maar welk verhaal is niet helemaal duidelijk. Louise Hindsgavl speelt met het bestaan van een kader: soms passen dingen er netjes in, maar soms steken ze net een beetje uit, waardoor we meer het gevoel krijgen deel uit te maken van het kunstwerk. Met de titel speelt ze daar ook weer mee, door te refereren aan het kader (confined spaces).

De beeldjes zijn zeer glad en netjes afgewerkt, wat ze een erg braaf uiterlijk geeft. Dit staat in sterk contrast tot de dingen die daadwerkelijk zijn uitgebeeld. Zo is er bijvoorbeeld een scène waarbij een bokje een speer lijkt te steken in de billen van een soort half mens half koe figuur.

De kunstenares zelf werkt met klei, porselein en gres, en heeft hier ook de opleiding Keramiek en Glas voor gevolgd aan de Design School Kolding. Haar eerste werk bestond uit schotels en serviesgoed, maar later is ze overgestapt naar moderne sculptuur. Ze heeft ook enkele prijzen gewonnen voor haar werk.

Rembo – Bastienne Kramer is een keramieken beeld van een robuust, man-achtig figuur. Op zijn lichaam zijn spiralen en bloemfiguren uitgespaard.
Het beeld is gemaakt om een interactie te hebben met zijn omgeving. Hij is geplaatst in een omgeving waar regelmatig vandalisme plaatsvindt. Elke keer wanneer er een stuk van het beeld beschadigd wordt, wordt het afgesleten deel vervangen door een bronzen ‘vulling’.
Door de jaren heen zal het beeld dus langzaam van brons worden.

Bastienne Kramer maakt gevarieerd 3-dimensionaal werk en laat zich inspireren door pop-culture.

Carolein Smit – Medusa with Skull
Carolein Smit’s stijl is gedetailleerd, sprookjesachtig en een beetje duister. Zo ook deze Medusa. In Carolein’s werk speelt ook heel duidelijk het contrast tussen de nette, gladde afwerking en de duistere ondertoon van de voorstelling. Ze werkt veel met mythische thema’s en beeldt deze uit in haar eigen, duidelijk herkenbare stijl.

Beeld in openbare ruimte

Omdat ik deze week ziek was heb ik het huiswerk niet kunnen maken, vandaar dat ik het nu inhaal op mijn blog.

In het Oosterpark in Amsterdam staat het Nationaal Monument Slavernijverleden van Erwin de Vries. Het is in 2002 geplaatst om de afschaffing van de slavernij te herdenken.

Het beeld bestaat uit drie delen, volgens een interview met Erwin de Vries zijn de drie delen uitbeeldingen van het verleden, heden en toekomst van de vrijheid van de mens (in relatie tot slavernij). Voor het verleden zijn de geketende mensen afgebeeld. Een tijd waarin slavernij nog volop bestond.

In het midden is het heden, waarin een figuur door een soort portaal lijkt te lopen, bevrijd van de ketens, bevrijd van de slavernij.
Het grote, buigende figuur is de toekomst, waarin we hopelijk volgens de Vries ooit helemaal bevrijd zullen zijn van discriminatie en racisme.

Het beeld is gegoten in brons, en rust op een bodem van beton. De figuren zijn heel schetsmatig in elkaar gezet en bewust niet glad afgewerkt. Je kan bijna zien hoe de stukken klei op elkaar geplaatst zijn. Ik vind het zelf prachtig hoe de figuren bijna kubistisch zijn gemaakt doordat ze uit losse stukjes lijken te bestaan. Er gaan veel kunststromingen door mijn hoofd bij dit kunstwerk. Post-impressionisme (door het schetsmatige beeldhouwen), maar ook expressionisme (de figuren zijn zo vervormd om een bepaalde emotie sterker over te brengen, niet per se anatomisch correct) en kubisme (de verschillende onderdelen waaruit de figuren zijn opgebouwd). Erwin heeft zich duidelijk laten inspireren door meerdere stromingen.

26-2-2020

De eerste les keramiek. Hierin moesten we ‘voorwerp-speeddaten’, en elkaars voorwerp na-kleien. Ik had eerst een containertje voor zalfjes of zeepjes, die ik heel uitvergroot heb nagekleid.

Vervolgens kwam ik weer bij dezelfde persoon uit, dus heb ik maar een ander object van de academie gebruikt: een porseleinen pop.

Als laatste nog een houten speelgoedautootje.
Ik vond het wel leuk om na twee objecten met organische vormen juist een object te kiezen met sterk hoekige en geometrische vormen.
Hierbij heb ik voor het eerst de klei-slib gebruikt om de losse onderdelen aan elkaar te ‘lijmen’. Dit ging nog niet helemaal soepel, op een gegeven moment zat het autootje helemaal onder de klei-slib en kon ik hem niet meer vastpakken omdat hij te glibberig was.

5-2-2020

Voor de eerste les 3D moesten we naar een kringloopwinkel om een of meerdere objecten uit te kiezen om een performatieve sculptuur mee te maken. Oftewel een sculptuur waar we zelf als ‘performance’ bij betrokken zijn.

Ik had uitgekozen: een oud lantaarntje (inclusief kaars), een sinaasappelpers en een vreemd driehoekig ding waarvan ik nog steeds niet weet waar het voor dient.
Ik zocht een beetje naar de ‘dark’ vibe, een object wat een bepaalde narigheid uitstraalt, een bepaalde ongemakkelijkheid, omdat dat een thema is waar ik me op dit moment veel mee bezighoud.

In eerste instantie wilde ik ‘zelfkastijding’ uitbeelden door in een bridge positie over het puntige object heen te gaan liggen. Helaas ben ik niet zo lenig.

Ik kwam erachter dat de sinaasappelpers open en dicht kon, wat me heel erg fascineerde, en ik wilde dat op een of andere manier verwerken in het sculptuur. De sinaasappelpers is bevestigd aan het puntige object d.m.v. ijzerdraad. Vervolgens heb ik geprobeerd aan één van de gaatjes van de sinaasappelpers een touw te bevestigen (het touwtje van de lantaarn), zodat hij opengetrokken kon worden. Dat touw heb ik later bevestigd aan het deurtje van de lantaarn, zodat er interactie is tussen de objecten.

Mijn klasgenootje gaf me een tip om iets met het kaarsvet van de kaars te doen, en dat heb ik ten harte genomen. Na een paar keer mijn duim verbrand te hebben omdat ik nooit een aansteker gebruik, was de kaars eindelijk aan. Een beetje heen en weer waggelen met de vlam en voilà: gratis materiaal.

Het kind in mij kwam naar boven en ik wilde eigenlijk vooral overal kaarsvet overheen druppelen. Omdat het materiaal uiteindelijk opraakte, heb ik de raampjes van de lantaarn eruit gehaald om te kijken of ik ze op een andere manier kon gebruiken. En jawel: een prachtige ondergrond voor kaarsvetschilderijen.

Ik probeerde de objecten te rangschikken in de ruimte zodat ik er toch een bridge positie overheen kon doen.

Met de positie van de objecten en de ‘vibe’ ervan, deed het me enigszins denken aan een occult ritueel. Ik ben ook volledig meegegaan in dit idee.

Ik heb een sterke fascinatie voor sektes, occulte religies en waar de lijn ligt tussen ‘echte’ religies en sektes.
Wat drijft mensen om zulke rituelen te bedenken? Wat trekt mensen tot sektes? Het viel me op dat ik onbewust die fascinatie heel erg naar voren heb laten komen in deze sculptuur.

Mijn performance bestond uit een ritueel waarbij ik een zwarte doek droeg, de kaars neerzette en in bridge positie over de objecten heen ging staan.
Hierbij had ik gekozen voor een donkere kamer en een spotlampje.

Met dank aan Brian voor de foto’s.