Ik was erg blij om op m’n eerste schooldag iets te kunnen doen waar ik al ervaring in had. 2D is de grootste reden dat ik naar deze school ben gekomen. Hoewel ik het juist leuk vind om nu ook andere vakken te volgen, is dit vak wel echt mijn grootste passie… en m’n grootste comfortzone.
De les duurt 5 uur met een paar pauzes van maximaal 15 minuten, en dat was behoorlijk intens. Gelukkig is het 2D. Knipoog.

De tekeningen waren erg lastig om goed te fotograferen omdat ze ongeveer zo groot zijn als ik lang ben, alleen m’n voeten en onderste deel van m’n kuiten steken nog uit als ik er naast ga liggen. (Verklaart ook misschien waarom het lastig was om ze op de ezel te plakken.)

De stillevens

Als eerste gingen we werken aan stillevens. De leraren hadden een gigantische berg van willekeurige objecten samengevoegd zodat er zeker genoeg te zien was. Zeer indrukwekkend.
We moesten onze ezels pakken en grote vellen ophangen met tape. Dat ging mij in het begin niet heel goed af. Ik baalde toen heel erg van mezelf. Er viel meer op de grond dan dat er bleef hangen, en als ik van vel wilde wisselen moest ik het haast afscheuren zodat niet het hele gedoe opnieuw begon.
Gelukkig had ik het tijdens de tweede ronde wel beter onder de knie.

In de eerste opdracht werd mij een willekeurig object toegewezen om in een paar minuten te schetsen. Deze indiaan was echt super klein, ongeveer zo groot als m’n duim. Erg lastig om die levensgroot te maken. Ik had dan ook teveel ruimte over op m’n papier…

Daarna mochten we zelf een object uitkiezen en deze tekenen zonder ons potlood op te tillen en naar ons papier te kijken. Twee nieuwe dingen tegelijk, ik betrapte mezelf er soms op dat ik het één deed maar het ander even vergat. En ik betrapte andere mensen daar ook wel eens op… (Ja ik weet het, daar moet ik niet naar kijken, maar zo ben ik gewoon.)
Deze windroos is niet m’n beste werk ooit, zal ik maar zeggen.

De volgende opdracht was: kies drie objecten die bij elkaar staan en probeer ze in kloppend perspectief te tekenen. Nou, de enige keer dat de woorden ‘kloppend’ en ‘perspectief’ bij elkaar stonden in mijn leven, dat was… In de vorige zin.
Gelukkig kregen we later nog even een verfrissend lesje over pespectief.

Deze opdracht vond ik wel apart. We mochten het stilleven zelf niet tekenen, maar wel de restvorm eromheen. En dat kon dus alles zijn, ook de hele ruimte achter het stilleven bijvoorbeeld. Hier heb ik een paar ezels van klasgenoten getekend met de uitsnede van een hobbelpaard eroverheen. Die mocht ik dus niet tekenen.
Gek genoeg is iets wat je ziet níet tekenen soms lastiger dan het wél tekenen. Ik moest een paar keer lijntjes uitvegen omdat ik per ongeluk toch details aan het toevoegen was van het stilleven zelf.

Nog een heel leuke en uitdagende opdracht. Herinner je je die indiaan nog? Ja, er is iets anders aan hem. Nee, hij is niet alleen kleiner. Hij is in spiegelbeeld.
We mochten een object uitkiezen om in spiegelbeeld te tekenen. Daarna mochten we de omgeving rond dat object ook kloppend in spiegelbeeld mee tekenen.
Dat was nog eens een hersenkraker! Als je eenmaal gewend bent aan hoe het werkt, is het best te doen. Maar als je heel even je concentratie verliest ben je weer uit de ‘omdraaimodus’.

In deze opdracht moesten we ons papier in vier gelijke stukken delen.
In het hoekje linksboven moesten we een object kiezen met een makkelijke vorm. Rechtsonder een object dat we eigenlijk niet wilden tekenen omdat het heel moeilijk is.
In de andere vakjes moesten we de twee objecten samenvoegen. Maar in de één was het eerste object de basis, en in de andere het andere object. Dat viel mij vies tegen omdat mijn objecten toch meer op elkaar leken dan ik eerst dacht. De basisvorm is bijna hetzelfde. De vogelkooi was alleen ingewikkeld door de details.

Voor het laatste stilleven hadden we gelukkig iets meer tijd. Dit was na een uitleg over basis-perspectief. De leraar had ons uitgelegd hoe we het beste dingen kunnen opbouwen vanuit lijnen en lijnrichtingen. Hierbij heb ik eerst de hoeken van de lijnen gemeten, in plaats van op gevoel iets neer te zetten. En daarna de afstanden en groottes geprobeerd precies af te meten aan andere delen van de tekening.
Dat vond ik behoorlijk lastig. Ik ben gewend om dingen op gevoel te doen. Maar ik merk wel dat het me meer inzicht heeft gegeven en dat ik het later bij de koptekeningen ook kon gebruiken.

De koptekeningen

Er werden in een mum van tijd tafels met klassiek-uitziende koppen erop neergezet.
We mochten zelf kiezen welke koppen we wilden tekenen, maar ik merkte dat het toch lastig was om een plekje te vinden waar ik niemand in de weg stond en vice versa.

De eerste opdracht was kort: teken alleen de omtrek van de kop. In mijn geval werd dat heel abstract omdat ik hem van voren zag en zijn haar eigenlijk de omtrek werd.
(Of was het een vrouw? Ik kon het niet goed zien. Ik noem hem voor het gemak maar ‘hij’. Ik hoop dat ik de kop hier niet mee beledig.)

De tweede ging al beter. Hier mochten we alleen met de platte kant van ons houtskool tekenen. Het ging hier om vlakken van schaduwen. Geen echte lijnen dus!
Het viel me mee hoe makkelijk je dan nog iets lijkend kan maken.

Dit vond ik weer een leuke opdracht. Dit keer niet in spiegelbeeld, maar ondersteboven! Ook een soort spiegelbeeld eigenlijk, alleen dan anders gedraaid. Dat deed in het begin een beetje pijn aan m’n hoofd, maar ik vond het toch makkelijker dan horizontaal spiegelbeeld. Ik weet niet of dat komt door de draaiing of door het feit dat dit een gezicht is en dat andere en telefoon. Organische vormen hoeven minder goed te lijken om nog herkenbaar te zijn, denk ik.

Deze opdracht vond ik ook heel fijn. Een gezicht tekenen met alleen maar rechte lijnen.
Lekker abstraheren die hap. Ik had het geluk dat ik toen net tegen de enige kop aankeek die al uit hoekige vormen was opgebouwd. Dat was wel een fijn hulpje.
Dit ging me verrassend goed af voor iemand die altijd klaagt dat ze geen rechte lijnen kan neerzetten.

En de laatste voor de dag: twee koppen in één tekening, achter elkaar. Ik had niet genoeg tijd om mijn ezel ergens neer te zetten waar er ook daadwerkelijk twee koppen achter elkaar stonden, dus heb ik ze maar wat dichter bij elkaar getekend in de hoop dat mensen niet zouden zien dat het perspectief helemaal niet meer klopt.
Ik heb hier wel een aantal dingen meegenomen uit de vorige opdrachten: het tekenen van doorgetrokken hulplijnen, veel vlakken neerzetten met de zijkant van m’n houtskool, hoeken meten van dingen die op één lijn staan, etcetera.
Erg leerzaam dus toch.