‘Ons ooit zo schattige buurtje is niet meer wat het geweest is.’

Het eerste waar ik aan dacht was een verwoest oorlogsgebied. Ik heb geprobeerd een verdord landschap over te brengen, met hier en daar wat restjes van de huizen die er stonden vóór een bombardement. Het kan ook een natuurramp zijn geweest, of een plek die verlaten is en door de jaren heen is weggesleten.
Conté krijt is een goed medium voor dit soort landschappen, omdat het snel vol van kleur is en snel grote vlakken vult. Wel een foutje: ik had gehoopt dat ik beter met lichte kleuren over donkere kleuren heen zou kunnen gaan, maar dat ging helaas niet zo goed als ik had gehoopt. Iets beter plannen dus.

Een schematische weergave van een huis waar steeds minder van overblijft.

Een andere manier om naar het thema te kijken: een schattig buurtje hoeft niet per se verwoest te worden of te vergaan, maar het kan ook gewoon minder ‘schattig’ gemaakt worden. Hier een vrouw die rouwt om de vernieuwing en de oude gezellige sfeer van de straat mist.
Hier moest ik mijn verroeste perspectiefvaardigheden weer uit de kast halen… Misschien iets vaker oefenen. Er kloppen een aantal dingen nog niet.

Verdergaand op het vorige thema, maar dan iets surrealistischer. Dit is gebaseerd op iets uit mijn eigen leven: rond mijn eigen schattige buurtje worden steeds meer flatgebouwen gebouwd en er komen steeds meer kuddes mannen in nette pakken door mijn straat lopen. Ik moest hier in het begin wel aan wennen.
Deze mannen zijn vergroeid met de flatgebouwen zelf, en hebben geen hoofd meer, alleen nog een pak. Ze identificeren zich met hun werk. Onderaan is de overgang te zien in de manieren van ramen bouwen. Vlak voor de laatste overgang doen de ramen denken aan tralies. Die hint heb ik er misschien onbewust ingestopt.

Dit laatste is nog meer uit elkaar geplukt: de losse onderdelen van huizen, maar dan niet op een logische manier samengevoegd. Bakstenen, dakpannen, regenpijpen, balken, etc. Zo is het schattige buurtje ook niet meer wat het geweest is.